Er zijn heel veel verschillende activiteiten mogelijk. Ze moeten voldoen aan twee criteria:
- Het bevordert participatie op sociaal vlak, zodat de inburgeraar een steviger en breder sociaal netwerk uitbouwt in België.
- Het vindt plaats in een Nederlandstalige context, zodat de activiteit een oefenkans Nederlands kan zijn.
De trajectbegeleider beoordeelt samen met de inburgeraar of het initiatief past in het participatietraject. Lokale besturen checken of het aanbod, dat zij ontsluiten, voldoet aan deze criteria.
Lokale besturen zorgen voor een brede waaier aan activiteiten, zodat alle inburgeraars iets vinden dat aansluit bij hun interesses en mogelijkheden. Toets het aanbod regelmatig af aan de vragen en noden van de inburgeraar. Creëer indien nodig nieuw aanbod, bijvoorbeeld over de gemeentegrenzen heen. Je kan hiervoor ook samenwerken met het Agentschap Integratie en Inburgering. Via organisatienetwerken per referentieregio wil de Vlaamse overheid dit ook ondersteunen.
Twee criteria
Het aanbod of de initiatieven moet voldoen aan twee criteria die bepaald zijn in het Besluit van de Vlaamse Regering:
1. Participatie op sociaal vlak
De activiteit moet:
- in duo of groep gebeuren,
- de inburgeraar nieuwe mensen doen leren kennen (buiten de eigen directe leefwereld),
- een grote kans geven op uitbouwen van duurzame sociale contacten.
Activiteiten waarbij de inburgeraar veel alleen is en weinig interactie heeft met mensen, zijn niet geschikt. Contacten met mensen die hier al lang wonen, zijn bijvoorbeeld nuttig met het oog op het vinden van werk en huisvesting.
2. Nederlandstalige context
Het participatietraject is een uitgelezen kans voor de inburgeraar om Nederlands te oefenen.
- De voertaal van de activiteit is Nederlands.
- Er is wederzijdse interactie tussen de gesprekspartners.
- Activiteiten binnen de NT2-klascontext komen niet in aanmerking.
Het is geen vereiste dat inburgeraars een bepaald niveau Nederlands beheersen, vooraleer ze met het participatietraject kunnen starten. Inburgeraars kunnen op elk moment van hun inburgeringstraject instappen. Activiteiten waar de inburgeraar het Nederlands wel oppikt, maar zelf beperkt spreekt, zijn dus ook waardevol.
Leg de lat niet te hoog voor zij die nog geen of weinig voorkennis hebben van het Nederlands. Het creëren van een sociaal netwerk blijft de prioriteit van het participatietraject.
Voorbeelden
De inburgeraar heeft veel beslissingsruimte om het participatietraject in te vullen naargelang de eigen interesses, noden en wensen. De inburgeraar mag met een eigen voorstel komen.
Inburgeraars kunnen:
- met een buddy op stap gaan,
- deelnemen aan conversatiegroepen om Nederlands te oefenen,
- zich inschrijven voor een cursus om iets nieuw te leren (bv. fietsen of computervaardigheden),
- deelnemen aan de activiteiten van lokale verenigingen (bv. een vrouwengroep van Femma),
- sociale activiteiten op de school van hun kinderen,
- vrijwilligerswerk of een stage doen,
- zich inschrijven bij de lokale sportclub (bv. voetbal),
- …
Ook informele participatie is mogelijk. Inburgeraars kunnen informele contacten hebben die volledig binnen de visie van het participatietraject vallen. Bijvoorbeeld: een Nederlandstalige heeft vaak contact met een inburgeraar in de straat. Ze doen regelmatig een babbeltje en drinken samen koffie.