Hoe komt een vrouw, die ooit lerares was in Afghanistan, terecht in een inburgeringstraject voor laaggeletterde moeders? Naar aanleiding van Week van de Geletterdheid doet Fereshta haar verhaal.
Fereshta Samadi (29) woonde tot haar 25ste in het centrum van Kaboel. Haar man werkte er voor de overheid tot op een dag de taliban zijn kantoorgebouw binnendrong. Omdat het leven te gevaarlijk was in Afghanistan, besloot Fereshta om samen met haar dochter Maha – toen net geen jaar oud – te vluchten.
Laaggeletterd?
Fereshta woont ondertussen vier jaar in België en kwam terecht in Grimbergen. In 2018 werd ze uitgenodigd bij het Agentschap Integratie en Inburgering in Vilvoorde waar trajectbegeleider Andisheh het inburgeringstraject voor laaggeletterde moeders voorstelde.
Hoezo, laaggeletterd? Fereshta: “In Afghanistan ben ik 12 jaar naar school gegaan en nadien volgde ik nog hogere studies wiskunde, fysica en chemie. Ik gaf ook een jaar zelf les aan 13- tot 14-jarigen. Maar het Latijns schrift was helemaal nieuw voor mij.” Dat maakt dat Fereshta het profiel heeft voor een Centrum voor Basiseducatie (CBE), waar je het niveau Nederlands 1.1 bereikt op een jaar tijd, of voor een verlengd traject bij een Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO).
Op het moment van de cursus was de jongste zoon van Fereshta anderhalf jaar oud. Het traject voor laaggeletterde moeders voorziet opvang voor kinderen onder de drie jaar. Dit was ook een belangrijk element voor Fereshta: “Alle kindjes speelden samen in een apart zaaltje, terwijl ik samen met de andere mama’s les kreeg. Mijn zoon Helal kwam elke les mee en was werkelijk verzot op kinderbegeleidster Ria. Als zij er niet was, was hij altijd erg verdrietig.”
Veel vragen is veel leren
“De eerste dagen van de cursus maatschappelijke oriëntatie waren best moeilijk. Er waren 10 mama’s in totaal en de meeste van hen spraken Frans of Arabisch. Ik was de enige die enkel Farsi kon. Het contact met de andere mama’s was dus niet evident. Mijn tactiek was om zo veel mogelijk te vragen aan onze leerkracht. We gebruikten beide aanwijzingen, symbolen, uitbeeldingen, … Door veel te vragen, leer je veel.”
“Tijdens de cursus leerden we vooral Nederlands lezen en praten, maar er kwam ook veel informatie aan bod over hoe het integratieproces werkt, welke niveaus en trajecten er bestaan om Nederlands te leren,... De kennis die we meekregen, was bovendien toegespitst op onze levensfase als mama. Toen Kind & Gezin bijvoorbeeld op bezoek kwam in de les, vertelden ze ons wat we moeten doen als ons kindje ziek is. Wanneer ga je in België naar de huisarts of bel je de ziekenwagen?”
Oudercontact in het Nederlands
“Na deze cursus van vier maanden kon ik een klein beetje Nederlands. Daarmee kon ik met goede moed starten in het CBE met niveau 1.1. Mijn grootste advies voor andere mama’s die nieuw zijn in België: leer eerst en vooral Nederlands. Het is essentieel bij elke stap die je zet: in de winkel, in het ziekenhuis, op de school van de kindjes, … De leerkrachten van mijn kinderen spreken nu Nederlands met mij en dat gaat bijzonder goed. Als ik nu andere mama’s ontmoet op de bus of op school, kunnen we al een gesprek voeren in het Nederlands.”
Toekomstplannen
Belal, de oudste zoon van Fereshta, is 13 jaar. Hij bleef lange tijd in Afghanistan wonen bij zijn grootouders, maar sinds zes maanden is ook hij in België. Het kostte veel tijd en moeite, maar Fereshta is blij dat hij hier is: “Hij gaat naar de OKAN-school in Grimbergen waar hij in een razendsnel tempo Nederlands leert. In tegenstelling tot mijn schoolcarrière in Afghanistan, kreeg hij er wel Engelse les, waardoor hij nu ook vlot Nederlands kan leren. Hij heeft al twee Nederlandstalige vriendjes op school waarmee hij na schooltijd whatsappt, speelt, …”
“Op korte termijn kijk ik nu eerst uit naar de geboorte van mijn vierde kindje. Daarna wil ik zo snel mogelijk mijn rijbewijs halen. Ik heb nog heel wat toekomstplannen. Zo zou ik heel graag terug als lerares werken, hier in België. Ik besef dat ik nog een lange weg moet afleggen, want daarvoor heb ik een attest van niveau Nederlands 2.4 nodig.”