Analyseer de volgende casus. Wat gaat er volgens jou mogelijk fout in deze casus?
Een lokaal bestuur lanceert een subsidieoproep via de website van de gemeente. Inwoners kunnen een premie aanvragen om hun woning te isoleren.
Er reageren heel wat mensen op de oproep, maar niemand uit de vooropgestelde doelgroep (mensen die in slecht geïsoleerde huizen wonen). Vooral hoogopgeleide, witte mannen en vrouwen uit de hogere en middenklasse maken gebruik van de premie. Nochtans zijn zij maar 35% van het totaal aantal inwoners. De overige 65% deed nauwelijks een beroep op de premie, terwijl velen in die groep in slecht geïsoleerde huizen wonen.
Wat ging er fout?
Er zijn verschillende oorzaken mogelijk:
- De medewerkers zijn niet goed vertrouwd met de leefwereld van de mensen die ze willen bereiken. Dit betekent dat ze extra moeite moeten doen om die groep aan te spreken en te bereiken.
- Uit een rondvraag blijkt dat de beoogde doelgroep niet op de hoogte was van de subsidie. Deze mensen gaven aan dat ze de gemeentelijke website nooit bezoeken en de stadskrant niet lezen of ontvangen.
- De mensen die de oproep wel hebben gezien, vonden de woorden ‘klimaatacties’, ‘circulair wonen’ en ‘energiebesparende maatregelen’ te technisch. Ze hebben verder geen aandacht besteed aan de oproep.
- De doelgroep is minder digitaalvaardig of heeft geen toegang tot een computer. Een premie online aanvragen is moeilijk.
- Het bedrag voor de cofinanciering ligt misschien te hoog.
- De doelgroep heeft geen vertrouwen in de overheid. Ze willen bijgevolg geen geld van de overheid.
Deze mogelijke oorzaken mag je niet zomaar aannemen, maar moet je grondig onderzoeken.
Uit deze casus blijkt dat het belangrijk is om je beoogde doelgroepen te kennen. Door te handelen op basis van eigen beelden en ideeën van anderen, kunnen we al eens fout zijn.
Het is niet eenvoudig om je te verplaatsen in een groep waarvan je zelf geen deel uitmaakt. Dat kan komen door onbewuste stereotypen, vooroordelen of gebrek aan kennis over mensen die niet op jou lijken.